Bussloo-tellingen 2006-2007
Overname van informatie uit de verslagen is alleen toegestaan na toestemming van de contactpersoon van de betreffende telling en met bronvermelding.
Ook het afgelopen jaar werd van september tot en met april weer maandelijks geteld op Bussloo. Met vorst werden we deze keer niet geconfronteerd; de laagste temperatuur bij aanvang van de telling bleef nog vijf graden boven het vriespunt. Ook over neerslag hoefden we ons niet al te zeer te beklagen: alleen in september was er sprake van motregen en verder hielden we het zo goed als droog. Het aantal deelnemers aan de telling varieerde van zeven tot twaalf; hun leeftijden liepen uiteen van negen tot 81 jaar.
Het nieuw gebouwde saunacomplex maakt helaas de hoek onbereikbaar waar we vroeger nog wel eens een roerdomp zagen; het is niet anders. Wat zagen we dan wel? Het totaal van 89 soorten was iets lager dan we de laatste jaren gewend waren. Daarbij was sprake van één werkelijk nieuwe soort: in januari werd voor het eerst een geelpootmeeuw op naam gebracht. Ook nieuw op de lijst is de soepgans, maar daarbij gaat het om een ‘soort’ die in voorgaande jaren niet als zodanig geregistreerd werd. Het totaal aantal soorten vanaf 1992 komt daarmee op 158.
In februari zagen we, voor het eerst sinds 2001 een mandarijneend op Bussloo. In november en december werden we weer verblijd met een witoogeend. Ook watersnip, bokje, oeverloper en ijsvogel lieten zich een enkele keer bewonderen. November leverde nog een vijftal kleine barmsijzen; goudvink en appelvink lieten zich wat vaker zien.