Bij het BMP gaat het er om dat van een bepaald gebied broedvogels worden geïnventariseerd. Het kan gaan om alle broedvogels, maar ook om een selectie van een aantal soorten. Het project wordt uitgevoerd volgens de richtlijnen van de landelijke organisatie Sovon.
In het voorjaar leggen de tellers een aantal inventarisatierondes af. Daarbij ze noteren alle waarnemingen van vogels die duiden op een broedgeval. Omdat zangvogels de gewoonte hebben om vooral in de vroege ochtenduren veel te zingen, is het noodzakelijk dat de teller met zonsopgang in het gebied aanwezig is. Afhankelijk van het gebied worden er één of enkele avondronden gemaakt om bijvoorbeeld uilen op te sporen. De inventarisatie wordt doorgaans in de periode van maart tot eind juni uitgevoerd.
Om de trend van veel vogelsoorten te kunnen bepalen is het noodzakelijk dat een BMP jarenlang wordt uitgevoerd.
Binnen de vogelwerkgroep lopen twee Broedvogel-Monitoring-Projecten voor alle soorten: Beekbergerwoud en Begraafplaats Soerenseweg. In het verleden zijn ook broedvogels geïnventariseerd in het Ugchelse bos.
Verder is er een telproject waarbij de broedterritoria van de zeldzame kwartelkoning in kaart worden gebracht.
Klik op een telling voor meer informatie over de telling en de gegevens van de contactpersoon.